Lisette maakt menstruaties luchtig en bespreekbaar
Menstruatieklachten. Vrouwen ontkomen er vaak niet aan; ook niet op de werkvloer. Ruim één derde van het ziekteverzuim van vrouwen tussen de 40 en 60 jaar is gerelateerd aan de overgang, maar toch wordt er nauwelijks over de klachten, en dus eventuele oplossingen, gesproken. Dat moet anders, vindt overgangsconsulente Lisette de Boer. „Er valt ontzettend veel winst te behalen.”
De menstruatiecyclus is niets unieks. Sterker nog, het is hartstikke normaal. Zonder menstruatiecyclus zou de mens immers niet bestaan. Toch praten we niet tot nauwelijks over de klachten — denk aan buikkrampen, stemmingswisselingen, een kort lontje en hevig bloedverlies — die vrouwen tijdens de cyclus ervaren. Al helemaal niet op het werk. Hoe komt dat?
Lisette de Boer zocht naar een antwoord op deze vraag. Ze werkte 21 jaar in het onderwijs, maar besloot uiteindelijk een opleiding tot overgangsconsulente te volgen en op zelfstandige voet aan de slag te gaan.
Waarom? „Omdat heel veel in ons functioneren terug te leiden is tot hormonen. Pak je die aan, dan heb je vaak op een groter gebied resultaat”, legt ze uit. „Ik wilde daarom op zoek naar het effect van een gezonde leefstijl, voeding en meer beweging of ontspanning op ons gezondheidssysteem, terwijl ik ook wilde leren over bio-identieke hormoontherapie. Begin je eenmaal aan die zoektocht, dan wil je steeds meer weten en ontdekken.”
De kennis die Lisette de afgelopen jaren heeft opgedaan, deelt ze niet alleen in haar praktijk tijdens één-op-één consulten, maar ook tijdens workshops aan leidinggevenden, werknemers, bedrijfs- en huisartsen. Vorige maand gaf ze op een conferentie in de ECI Cultuurfabriek Roermond haar eerste lezing genaamd ‘het nieuwe hormon(orm)aal’. Een spannende ervaring, vond ze. Maar wel eentje die nodig is. „Het is schijnbaar heel gek om over menstruaties, bloedverlies en de overgang te praten”, vertelt ze. „Je ziet wel dat het onderwerp vaker in de media wordt besproken en dat vrouwen zich daardoor meer gaan inlezen, maar er valt nog ontzettend veel verdieping en winst te behalen.”
Onwetendheid en onbegrip
Lisette verbaast zich wel eens hoe weinig vrouwen zelf van de overgang weten. „Maar dat valt ook wel te begrijpen, want waar leer je zoiets? Je krijgt op de middelbare school tijdens de les biologie uitleg over de cyclus van de vrouw, maar in je jonge tienerjaren is de overgang nog een ver-van-je-bed-show. En daar blijft het dan bij. We zijn over het algemeen wel bekend met opvliegers en het stoppen van menstruaties, maar andere zaken zoals slecht slapen, gewrichtspijn en concentratieproblemen relateren we vaak niet aan de overgang, simpelweg omdat we niet weten dat deze klachten daar ook mee te maken kunnen hebben. Overgangsklachten lijken ook veel op burn-outklachten, waardoor een misdiagnose snel op de loer ligt.”
Het gebrek aan algemene kennis is volgens Lisette ook een gevolg van het stigma dat zich aan de term overgang heeft vastgeklampt. „Het wordt gezien als een vrouwenprobleem. Mannen weten niet goed wat ze er mee aan moeten, daar waar vrouwen het vaak als falen zien en de klachten en worstelingen daarom voor zichzelf houden, met alle gevolgen van dien.”
Lisette zegt wel te snappen waar het onbegrip vandaan komt. „Een vrouw heeft in één maand tijd meer hormonale schommelingen dan een man in heel zijn leven. Vraag je aan mannen waar zij aan denken bij de term hormonen, dan is het antwoord vaak testosteron gerelateerd: spierkracht, baardgroei, seks. Vrouwen denken echter aan buikpijn, hoofdpijn en een kort lontje. Een verschil van dag en nacht. Aan mij de taak om die twee werelden dichter bij elkaar te brengen.”
Geen hogere wiskunde
Hoe Lisette dat hoopt te bereiken? Met openheid en humor. „Het onderwerp hormonen mag luchtig zijn en er mag best om gelachen worden, zolang we elkaar maar blijven respecteren. We moeten het beestje ook gewoon bij de naam noemen. Praat je erover, dan groeit ook de kennis erover en kan er worden gekeken naar manieren om het draaglijker te maken. Hoe kunnen we dergelijke klachten op de werkvloer herkennen? En hoe kunnen we hier zo goed mogelijk mee omgaan en eventueel verzuim voorkomen?”
Het antwoord op die laatste vraag verschilt per branche, beroep en werksituatie. „Maar de basis is een omgeving waarin voldoende vertrouwen en veiligheid heerst om de overgang bespreekbaar te maken”, vertelt Lisette. „Vrouwen moeten de ruimte voelen om toe te geven dat ze vier nachten slecht geslapen hebben, dat ze daar hoofdpijn en concentratieproblemen aan overhouden en hierdoor een kort lontje hebben. Je lost daarmee niet direct het probleem op, maar je kan dan wel rekening houden met elkaar. Een leidinggevende kan dan bijvoorbeeld extra pauzes geven, jou later naar kantoor laten komen of een dag thuis laten werken. Het is geen hogere wiskunde. Vaak zijn kleinere aanpassingen al voldoende om een vrouw het gevoel te geven: ik mag er zijn.”